1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 19

OverviewTranscribeVersionsHelp

Here you can see all page revisions and compare the changes have been made in each revision. Left column shows the page title and transcription in the selected revision, right column shows what have been changed. Unchanged text is highlighted in white, deleted text is highlighted in red, and inserted text is highlighted in green color.

3 revisions
Roland de Bonth at Jan 10, 2018 09:00 PM

1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 19

Mor. Dinardo die zoo lang een veldtheer kon verstrekken
Zal nu, gereet staan om vol moeds te veld te trekken
En zien door my zijn maght en krijgsstaf uit'er hand,
Wat zal Rosania, wat zal het gansche land,
Wat zal de hartog, en wat zal dan 't leger zeggen,
Een man, dien d'aard verstrekt een bed, om op te leggen,
'T oorkussen een helmet, die d'oor'log ondersogt,
En die van kinds been af daar in is opgebrogt,
Zal zijne majesteit dan zulk een man versetten;
Kon. Wy zijn d'instelders en de breekers van de wetten.
Ben ik uw kooning niet?
Mor. Gy zijt:
Kon. Wel staat het dan
Aan my niet? een die geeft, ook weer benemen kan?
Mor. Zijn majesteyt vermagt: maar als het zonder reden
Geschiet, dan wert het heir op konings doen t'onvreden;
Ja roept, is dit de loon, voor die zoo trouw'lijk diend;
En boven dit mijn vorst, de hartog is mijn vriend.
Kon. Hy zy uw vriend, dit ampt en zal geen vriendschap breeken
Gy krijgt het door mijn gunst, en niet door loze treken:
Mor. Maar dit wert by het volk en hartog niet gelooft?
Kon. Hoe, wederstrijdt gy my, zijt gy van hert berooft,
Of vreest gy voor den Turk?
Mor. Ik vrees des hartogs klagten,
Dog om zijn majesteit t'ontnemen die gedagten,
Dat ik uit vrundschap, en niet uit lafhertigheidt,
Zoo lang weêrhieldt het ampt, dat my werd opgeleit,
Begeef ik my op reis, voor 't rijzen vande straalen
Des gulden zons, en zal eer dat die weder daalen
Den wreden Turk in 't oog verschijnen met mijn magt:
Zijn majesteit, vaar wel. Binnen.
Kon. Ga heen vertoon uw kragt.
Waar is mijn lijfwagt, die ik strax had uitgesonden,
Kom hier, waar hebt gy flus graaf Morosin gevonden?
Flo. Hy stond in reden met zijn zuster de gravin,

1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 19

Mor. Dinardo die zoo lang een veldtheer kon verstrekken
Zal nu, gereet staan om vol moeds te veld te trekken
En zien door my zijn maght en krijgsstaf uit'er hand,
Wat zal Rosania, wat zal het gansche land,
Wat zal de hartog, en wat zal dan 't leger zeggen,
Een man, dien d'aard verstrekt een bed, om op te leggen,
'T oorkussen een helmet, die d'oor'log ondersogth,
En die van knds been af daar in is opgebrogt,
Zal zijne majesteit dan zulk een man versetten;
Kon. wy zijn d'instelders en de breekers van de wetten.
Ben ik uw kooning niet?
Mor. Gy zijt:
Kon. Wel staat het dan
Aan my niet? een die geeft, ook weer benemen kan?
Mor. Zijn majesteyt vermagt: maar als het zonder reden
Geschiet, dan wert het heir op kongs doen t'onvreden;
Ja roept, is dit de loon, voor die zoo trouw'lijk diend;
En boven dit mijn vorst, de hartog is mijn vriend.
Kon. Hy zy uw vriend, dit ampt en zal geen vriendschap breeken
Gy krijgt het door mijn gunst, en niet door loze treken:
Mor. Maar dit wert by het volk en hartog niet gelooft?
KOn. Hoe, wederstrijdt gy my, zijt gy van hert berooft,
of vreest gy voor den Turk?
Mor.