1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 40

OverviewTranscribeVersionsHelp

Facsimile

Transcription

Den naaste aan Flippes bloedt, en echter ziende niet
Op eigen voordeel, dat meest alle man kan dwingen,
My door uw aller keur 't gebied schijnt op te dringen,
Dat vry een sterker klem, dan handen van een vrouw
In deze noot vereischt, een vrouw, die door de trouw
Den vader van uw vorst bestont, en niet in bloede
Yet reghts heeft, en nadien noch echter de gemoeden
Der vorsten van dit land, (veel nader aan dees troon
Door erfrecht en door bloedt) my off'ren staf en kroon,
Zoo heb ik meerder stof u allen dank te weeten:
Maar nademaal men ziet veel eer ter neêr gezmeten
Door jupijns donderslagh tot morsel en tot gruis
'T hoogh koningklijk gebouw, dan lage harders huis,
Zoo vrees ik dat my meê die donderzlagh mocht treffen,
Derhalve dat uw keur een ander hooft verheffe
Tot deze kroon; en my met eenen geef verloff.
Gy heeren ik verzoek om in mijn vaders hoff
(Na dien mijn Flippes zoon is in 't verstandt geslaagen)
Een vry geruster kroon op deze kruin te draagen.
Din. Hoe nu hoogwaarde vrou aan Flippes kroost verplicht
Door Flippes trouw verknocht, zult gy dit rijk zoo licht
Uw bystand weigeren, tot heil van volk en Steeden,
En trekken na het hoff uws vaders vol van vrede;
Indien een andre keur tot groter nadeel strek,
Uw hoogheidt draaght de schuld, dies waght u voor die vlek:
Des rijx gerustheit hanght alleenig int aanvaarden
Der opgedrage maght:
Tan. Wy buigen ons ter aarde
En vallen u te voet, aanschouw in welk een staat
Dat gy het vaderlandt, en Flippes onderzaat
Verlaaten zouwt, berooft van hooft, zouw 't rijk ten lesten
Vervallen aan den Turk voor roof en buit ten besten:
Fil. O groote koningin, het nijpen vande nood
Dreigt ons met burgertwist, behoed ons in uw schoot,
En neemt dees scepter aan, zo zult gy daar door stuiten

Notes and Questions

Nobody has written a note for this page yet

Please sign in to write a note for this page