1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 32

OverviewTranscribeVersionsHelp

Facsimile

Transcription

Rosania, Dinardo, Tancredo, Domicio.
GY heeren, dat men zich versteek, tot dat de wraak
een lukkige uitkomst geef aan dees voorneme zaak.
Din. En eerder ist geen tijdt om voor den dagh te koomen.
Dom. Men wagt dan tot de vorst die drank heeft ingenoomen.
Tan. Daar is hy, men vertrek, voor dat het yemand merk.
Ros. O hemel geef uw gunst en zegen tot dit werk.
De Koning, Finardo, Cloro met een lampet met water
Tebandro met een handdoek.
Fin. KHad in zijn gang en tret een over groot behagen.
Apollo wenschten 't wel voor zijnen gouden wagen,
Zoo wakker ist, ja zelf de windt en heeft geen hoop
Van overwinning, en benijt zijn fiere loop,
Het is een moedig ros besait met duzent spikkelen.
Ko. 'K heb lust dien moorschen hengst te noopen met mijn prikkelen
Men haal het paard.
Fin. Gelieff zijn majesteit gespeel,
Off eenig zoet gezang?
Kon. Men huwe snaar en keel
Te gader, om mijn ziel met zulk een aas te spijzen.
Daar wert gezongen en gespeelt, en ondertusschen
komt Celio de kamerllng, met den uchtend-drank
van den koning, uit.
WYZE:
Ie voudroi bien o Cloris, &c.
I.
IK magh met reght my over u beklagen,
O tijdt, die my mijn vreughde hebt berooft,
Een minnevlam was haar om 't hert gezlagen,

Notes and Questions

Nobody has written a note for this page yet

Please sign in to write a note for this page