Borssesnyers1673p085

OverviewTranscribeVersionsHelp

Here you can see all page revisions and compare the changes have been made in each revision. Left column shows the page title and transcription in the selected revision, right column shows what have been changed. Unchanged text is highlighted in white, deleted text is highlighted in red, and inserted text is highlighted in green color.

2 revisions
Lydia at Feb 17, 2018 09:52 PM

Borssesnyers1673p085

hy heeft my wel betrapt, wie mach mijn groot-gaen aen den dief hebben gheclapt, k'ben bly dat ick ontsnapt heb sijne dreyghementen, soo mijnen man dit hoort, vee largher als serpenten sijn furien op-staen... o droes is dat een spijt, nu ben ick amijn eer, respect en welvaert quijt, dat hem den uyl beschijt, k'sal uyt mijn vel noch springhen den rekel is weer t'huys, ick hoort wel aen sijn singhen.
Ariaen van binnen singht.
Ghesangh, stemme: hebdy niet gehoort lieven Teunis, etc.
Truyken ons meysen wilt gaen trouwen met mopsus een grijs man
soo droogh als eenen block, soo stijf als eenen stock,
die qualijck meer gaen en can,
en van oudtheydt beeft, daer by maer een handt,
die gheen vreught en heeft, oft niet eenen tandt,
wou houwen, en trouwen, met sulcken jonck smulleken
van sesthien jaer, sal dat niet wesen een drollich paer;
truyken wou datse noch maeghet waer.
Jacomijn.
Dat wou ick oock wel ghy schelmschen hond ter honden, niet beter op dees aert als vry en onghebonden, soo valtmen in gheen sonden van stadich huys-crakeel, de trouw is eersten soet als een ghestelde veel soo langh de bruyloft duert en ist niet als ghespeel oft op parnassus waer, maer breeckter eens een snaer van leifde ist een strop van hondert duysent sorgen, waer aen men lichtelijck sijn selven sou verworghen om dat de trouw verdriet.
Van binnen vervolgh van het ghesangh.
Dry daghen naer de bruyloft-feeste was Truyken sieck van rouw
jae droef tot inderdoodt,, en claeghden haeren noodt
van mops aen man en vrouw
hoe dat de koude min ,, en had van sijnen cant
noch vreught noch leven in ,, en scheen heel uyt ghebrant
maar stenen en quenen, en babbelen en cnabbelen
en rocchelen en altijt, was dat niet een groot jolijt
truyken is nu haer eerken quijt.
Jacomijn.
Dat is hier ghen' my oock tot inde dermen spijt, ick sterf van haet en nijdt dat ick my moet bedroeven om sulcken galghen aes, n'en

Borssesnyers1673p085