1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 04

OverviewTranscribeVersionsHelp

Here you can see all page revisions and compare the changes have been made in each revision. Left column shows the page title and transcription in the selected revision, right column shows what have been changed. Unchanged text is highlighted in white, deleted text is highlighted in red, and inserted text is highlighted in green color.

4 revisions
T. Vergeer at Dec 04, 2017 10:27 AM

1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 04

ontleende) tegens zulke gunsten op te weegen, waar
een ongemeene ondankbaarheit: maar de naaste trap
tot dankbaarheit, is weldaaden erkennen; daar mijn
onvermoogentheit in plaats van erkennen, alleen be-
kent; hier waar ook mijn swijgen ondankbaarheidt
geweest, en door het bekennen en spreeken schijn ik
naar roem te staan: want het is my onmogelijk te be-
kennen, hoe seer ik van u Ets. gemaal begunstigt ben,
of ik moet met eenen aan al de werelt verkondigen,
dat zijn Edelheit my zijn gunsten waardig achte:
maar het staat my beter vermetel; als ondankbaar te
schijnen. Ik breng dan een dankbaaren koning (die
op het Duitsch toonneel de weldaaden en plichten
zijnes trousten onderzaats met gunsten en ampten
betaalt zet) voor uw voeten, niet zo zeer om uw
schrandre oogen te vermaaken, als om mijn eigen
machteloosheit aan te wijzen, en deze dankbare re-
gulen van Seneca te gemoet te voeren.

Nimmermeer kan ik u voldanken, doch zal niet laten
over al te belijden, dat my zulcx ondoenlijk is.

Vergelding was ook 't oogmerk der Burgermee-
sterlijke mildadigheit niet; want

Dan is vveldoen een deught, als het niet vergolden

1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 04

ontleende) tegens zulke gunsten op te weegen, waar
een ongemeene ondankbaarheit: maar de naaste trap
tot dankbaarheit, is weldaaden erkennen; daar mijn
onvermoogentheit in plaats van erkennen, alleen be-
kent; hier waar ook mijn swijgen ondankbaarheidt
geweest, en door het bekennen en spreeken schijn ik
naar roem te staan: want het is my onmogelijk te be-
kennen, hoe seer ik van u Ets. gemaal begunstigt ben,
of ik moet met eenen aan al de werelt verkondigen,
dat zijn Edelheit my zijn gunsten waardig achte:
maar het staat my beter vermetel; als ondankbaar te
schijnen. Ik breng dan een dankbaaren koning (die
op het Duitsch toonneel de weldaaden en plichten
zijnes trousten onderzaats met gunsten en ampten
betaalt zet) voor uw voeten, niet zo zeer om uw
schrandre oogen te vermaaken, als om mijn eigen
machteloosheit aan te wijzen, en deze dankbare re-
gulen van Seneca te gemoet te voeren.

Nimmermeer kan ik u voldanken, doch zal niet laten over al te belijden, dat my zulcx ondoenlijk is.

Vergelding was ook 't oogmerk der Burgermee-
sterlijke mildadigheit niet; want

Dan is vveldoen een deught, als het niet vergolden