85

OverviewTranscribeVersionsHelp

Here you can see all page revisions and compare the changes have been made in each revision. Left column shows the page title and transcription in the selected revision, right column shows what have been changed. Unchanged text is highlighted in white, deleted text is highlighted in red, and inserted text is highlighted in green color.

2 revisions
Ilja Goedegebuure at May 03, 2018 11:36 AM

85

Florel. Mijn rusteloos gedacht dat veele vleugels heeft
Wort hier nu eens ondeckt, en comt naer t hof gevlogen.
Op datmen weten sou wie dat u heeft bedrogen
Ick oft den graef Florant, die heeft den lof gehadt
Van de victorie, als ick my moe en mat
Gevochten heb, om al de Mooren te verslaghen
In sijn verraders cleet, tot Keysers wel behagen
Tot ruste van het rijck, gelijck ick heb gedaen,
En eenen wreeden ban voor mijnen loon ontfaen:
Siet eens hoe ongelijck den lof-crans wort vercregen
Door valsche logentael, die scherper als een degen
Can steken door den haet van schelmen en verraers,
Die te gelijcken sijn by rechte moordenaers.
Filibert. Die sulcken stoutheyt pleeght behoortmen te vermooren.
Florel. Die t'quaet ontworstelt is, ist soet van't quaet te hooren.
Filibert. Sijn hoovardy ons dreyght, voorwaer een quade plaegh.
Florel. U boose vyantschap ick my niet aen en draegh.
In't onweer laet een schip sich van een roer niet dwingen.
Filibert Dat waer in mijne macht ick sou den dief doen springen.
Florel. Dat waer in mijne macht ick gaf u eenen strop
Dan hiel u helsche tongh van't quaet te saeyen op,
Als dan en sou ick my daer over niet beklaghen,
Toch t'is een helden stuck den laster te verdraghen
Vervloeckten logenaer. Had ick ghewilt ghy fiel
En eereloosen guyt, ick had des Keysers siel
Wel uyt het lijf gheperst, als ick hem heb ghesproken
Alleen voor sijnen troon, en my noch niet ghewroken
Over het onghelijck dat aen my is gheschiet:
En stont hy toen alleen in mijne handen niet?
Wanneer hy viel in slaep; en dat ick heb ghenomen
Sijn goude Vlies van t'lijf, en soo uyt t'hof ghekomen
Als eenen Africaen, en was nochtans Florel
Het gen' hy niet en wist Carl. noyt vremder apenspel
En hebbe ick gehoort. Florel. sie daer oft is gheloghen
Hier is het gouden Vlies, heb ick u nu bedroghen,
Karel. Ick ken u voor mijn neeff, ick ken u voor mijn vrindt,
Ick ken u voor mijn bloet, die weerdich sijt bemint,

85