KB 760 E68

ReadAboutContentsVersionsHelp
1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 81

1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 81

Bestaat, of schiet 'er deur, geef vuur Soldaten: want Zy achten wreetheit deugd, toen die haar quam te stade. Alle vier. Ons leven, of de dood, bestaat in uw genade. Kon. O hemel wat een vreugd, indien nu mijn gravin Lucinde mijn vorstin, de titel-koningin En al mijn vyanden ter aarde zag geboogen, De traanen biggelden van blijdschap uit haar oogen. Robbrecht uit. Rob. Ik kus eerbiedelik de koninglijke hand. Kon. Getrouwe dus alleen, waar hebt gy 't waartste pand, Dat ik op aarde heb, mijn halve ziel gelaaten? Rob. Zo als de Koning door Tancredo met Soldaaten, Gezeeten in een koets, vervoert wiert uit de Stadt Door 't wout, zo heeft mevrouw u op het zelfde padt Gevolgt, eylaas! wie kan haar droefheit zonder weenen Beschrijven, 't naare wouwt weergalmde van het steenen En zuchten, ach l zy sloeg haar blankke handt in 't hair, Haar vlechten raakten los, hier bleef haar keurs vast, daar Vloog 't uitgetrokken hair by vlokken in de boomen: Maar toen wy in het wouwt vry dieper zijn gekoomen, Verhief zich een gerucht, en ysselik geluit, Uit welk gerucht mevrouw des konings dood besluit; Dies vliegt zy na my toe, om deze dagg' te steeken In haar sneewitte borst, doch ik ben haar ontweeken, Zo dat ik voor die tijdt weerhield Lucindes dood: Een weinich tijdts daar na wiert zy zo kout als loot, En hadt vergiftig kruidt geplukt, en zonder weeten Van my, ô ongeluk, met voordagt dat gegeeten: Zo dat mevrou, eylaas! in 't bloejenst van haar jeugdt Haar leven eindigde op 't genaaken van uw vreugdt. Ros. O al te droeve maar! Mor. O onverwagte slaagen! Rob. Ik heb het lighaam op mijn schouderen gedraagen, Om hier 't geswolle lijk in 't oog van 't hofgezin

Last edit about 6 years ago by Roland de Bonth
1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 82

1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 82

Te toonen. Kon. Haalt het lijk; wat droeviger begin, Ik daght mijn ongeluk waar nu ten endt geloopen, Gy zult het altezaam ook met de dood bekoopen; Soldaaten t’saa geef vuur, voldoet Lucindes lijk; Op dat haar ziel dit zie in ‘t eeuwig duurend rijk.

Lucinde, Robbrecht. Luc. Houd op, voldoet geen lijk, noch ziel, hier is Lucinde, Haar dood was maar verdight, zy leeft noch mijn beminde, Dies schenk hun ‘t leven weer, schoon zy de vorst, en my Vervolgden om de kroon, met zo veel schelmery: Kon. Aanschouw uw vyanden, en wild eens overweegen, Wat dood verraad verischt, om zimpel recht te pleegen: Maar nademaal mevrouw, voor u te zoet van aard, Haar ongelijk niet wil besleghten met het zwaard, schoon dat uw dood dit rijk eerst zouw gerustheidt geven, Zo schenk ik u te zaam om haarent wil het leven. Alle vier Lang leef zijn majesteit met zijn beminde bruidt. Kon. Om dan op deze dagh te koomen ten besluit; Aanvaard mijn trouw gravin met vaders heerschappye, Wat moest gy hoons en leets om deze scepter lijen, Kom geef u aan mijn zijde, en klim langs deze trap; En door dit huwelijk begint ons broederschap; Graaf Morosin, gy zult van nu voortaan bekleeden Het veldheers ampt, en met mijn Nicht in echte treeden, Mor. Dank zy zijn majesteit voor zulk een milde gaaff, Ik werdt uw broeder, doch blijff evenwel uw slaaf. Kon. En gy getrouwe vriend, behoeder van mijn leven, Wat kan ik u genoeg voor zulk een weldaad geven, Gy zult mijn kamerling verstrekken, aan wiens trouw Des konings leven hangt, gy hebt my en mevrouw De koningin genoeg uw trouwheit laaten blijkken: Maar gy gesnede moor, en nacht-soldaat zult wijkken: Indien ik oogmerk nam, way dit rijk al quaats Ge-

Last edit over 6 years ago by I.M. de Bonth-Weekhout
1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 83

1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 83

Gedaan hebt met uw heir, en zo het krijgsrecht plaats Zou grijpen, ‘k mogt u met uw volk tot slaaven maaken. Nochtans zo wil ik u uit deze banden slaaken, Begeef u met uw volk bevrijt na Zelims hof, Mijn koningin ter wil; gy hebt van nu verlof: En gy vervloekte vrouw, die vaders bed verwarmde, Indien ik my nu door dees inzicht niet ontfarmde, Wat straf waar groot genoeg voor zulk een vyandin? Gy zult verbannen zijn met al uw hofgezin. En gy Dinardo zult uw vrouw gezelschap houden In ballingschap, door dien gy my dees moeiten broude. Alt’ samen. Lang leef zijn majesteit, en dat zijn vaders kroos Het nimmermeer ontbreek’ aan nazaat op zijn troon.

U I T.

Last edit over 6 years ago by I.M. de Bonth-Weekhout
1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 84

1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 84

This page is blank

Last edit over 6 years ago by Ton Harmsen
1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 85

1650 Voorzigtige Dolheit Hof spel In five act Page 85

This page is blank

Last edit over 6 years ago by Ton Harmsen
Records 81 – 85 of 87