BieAlphonsus1673a010

OverviewTranscribeVersionsHelp

Here you can see all page revisions and compare the changes have been made in each revision. Left column shows the page title and transcription in the selected revision, right column shows what have been changed. Unchanged text is highlighted in white, deleted text is highlighted in red, and inserted text is highlighted in green color.

3 revisions
Ben Companjen at Oct 07, 2024 05:22 PM

BieAlphonsus1673a010

verwonderingh dat Felicia haer soo bedroghen hadde, middeler tijdt hem doende verstaen dat tot haer leet de comste te laet quam ende datse nu van juweelen versien was, omdat niemant hun secreet sou bemercken, is vertrocken, berispende op de reys Felicia, ghedurich (die sy meynden een man te wesen) over haer vals bedroch, die haer soo geestich wist te verschoonen datse even wel inde gratie bleef. Alphonsus vol droefheydt, druck en lijden bewandelt de straeten van Londen met duysent suchten en becommernissen, besproyende de steenen met sijn traenen waer door hy sijn selven dickwils meynden het leven te benementen waer dat het Mopsus sijnen knecht belet hadde. Dit soo eenighen tijdt gheduert hebbende, en sijn liefde tot Thebasile niet connende uyt den sin setten als versuft door het vrempt voorgheval dat hem overkomen was, nempt voor met sijnen knecht maer Duytslandt te trecken, om sijne wanhopende min door het ghesicht noch meer te voeden de welcke hy voor het hert niet en cost uytwercken, en dat hy oversulckx sijn selven sou troosten met ondertussen Thebasile noch eens te sien en alsoo liever eenen Venus Martelaer te sterven als de selve door een gheduerighe afwefentheydt te moeten derven. Siet hoe vrempt dat alles op sijnen tijdt gheschickt wordt en hoe wonder dat de liefde de sinnen vanden mensch can draeyen en weerdraeyen, ver
lichten en beswaeren.
Als Adolphus den Keyser met Thebasile nu ghetrouwt was, en dat hy haer alle vreught en tijdts-ghenucht socht aan te doen met balletten, bancketten, jaegerijen en andere princelijcke plaisteren te vergunnen soo isser op-gheresen een haetelijcke belgh-sucht oft jalosie tusschen den Edeldom uyt oorsacck dat Thebasile te veel werckx maeckte van Felicia die in mans cleederen was en voor een en man werdt
aenghesien, dat twee gheapposteerde fielen hunnen eedt bieden van de Keyserinne met Felicia te hebben sien leven in overspel, d'welck van den meesten Edeldom bevesticht sijnde, worden alle twee met den hals ghenomen en de Keyserin ghedoemt om t'hooft voor de voeten gheleyt en Felicia buyten het Hof aen eenen boom verworght en van de beesten geten te worden. T'is gheschiet als twee Scherp-Rechters met Felicia int bosch besich waeren om te verworghen dat Alphonsus met sijnen ghemelden knecht aldaer ter goeder uer voorby compt en hoorende het ghejammer, ghekrijs, ghesecht en ghekerm van Felicia dat hy oordeelt een vrouvven stemme te wesen heeftse sonder te kennen kloeckmoedelijck verlost en de selve van den boom en de oogen, die met eenen sluyer bedeckt waeren, ontbonden hebbende sach tot groote verwonderinghe dat Felicia was die haer oock met reden verwonderde over het vrempt voorgheval en miraeckeleuse verlossinghe. Hier over synsy samen ghetreden naer het Keysers Hof terwijlen de Iustitie besich was om de Keyserin te gaen onthalsen, die als een onnoosel lammeken verblint voor het sweert knielde, verwachtende alle ooghenblicken den slach inde teghenwoordicheydt van den Keyser en het heel hof, alwaer Alphonsus d'onrecht

BieAlphonsus1673a010

verwonderingh dat Felicia haer soo bedroghen hadde, middeler tijdt hem doende verstaen dat tot haer leet de comste te laet quam ende datse nu van juweelen versien was, omdat niemant hun secreet sou bemercken, is vertrocken, berispende op de reys Felicia, ghedurich (die sy meynden een man te wesen) over haer vals bedroch, die haer soo geestich wist te verschoonen datse even wel inde gratie bleef. Alphonsus vol droefheydt, druck en lijden bewandelt de straeten van Londen met duysent suchten en becommernissen, besproyende de steenen met sijn traenen waer door hy sijn selven dickwils meynden het leven te benementen waer dat het Mopsus sijnen knecht belet hadde. Dit soo eenighen tijdt gheduert hebbende, en sijn liefde tot Thebasile niet connende uyt den sin setten als versuft door het vrempt voorgheval dat hem overkomen was, nempt voor met sijnen knecht maer Duytslandt te trecken, om sijne wanhopende min door het ghesicht noch meer te voeden de welcke hy voor het hert niet en cost uytwercken, en dat hy oversulckx sijn selven sou troosten met ondertussen Thebasile noch eens te sien en alsoo liever eenen Venus Martelaer te sterven als de selve door een gheduerighe afwefentheydt te moeten derven. Siet hoe vrempt dat alles op sijnen tijdt gheschickt wordt en hoe wonder dat de liefde de sinnen vanden mensch can draeyen en weerdraeyen, ver
lichten en beswaeren.
Als Adolphus den Keyser met Thebastle nu ghetrouwt was, en dat hy haer alle vreught en tijdts-ghenucht socht aan te doen met balletten, bancketten, jaegerijen en andere princelijcke plaisteren te vergunnen soo isser op-gheresen een haetelijcke belgh-sucht oft jalosie tusschen den Edeldom uyt oorsacck dat Thebasile te veel werckx maeckte van Felicia die in mans cleederen was en voor een en man werdt
aenghesien, dat twee gheapposteerde fielen hunnen eedt bieden van de Keyserinne met Felicia te hebben sien leven in overspel, d'welck van den meesten Edeldom bevesticht sijnde, worden alle twee met den hals ghenomen en de Keyserin ghedoemt om t'hooft voor de voeten gheleyt en Felicia buyten het Hof aen eenen boom verworght en van de beesten geten te worden. T'is gheschiet als twee Scherp-Rechters met Felicia int bosch besich waeren om te verworghen dat Alphonse met sijnen ghemelden knecht aldaer ter goeder uer voorby compt en hoorende het ghejammer, ghekrijs, ghesecht en ghekerm van Felicia dat hy oordeelt een vrouvven stemme te wesen heeftse sonder te kennen kloeckmoedelijck verlost en de selve van den boom en de oogen, die met eenen sluyer bedeckt waeren, ontbonden hebbende sach tot groote verwonderinghe dat Felicia was die haer oock met reden verwonderde over het vrempt voorgheval en miraeckeleuse verlossinghe. Hier over synsy samen ghetreden naer het Keysers Hof terwijlen de Iustitie besich was om de Keyserin te gaen onthalsen, die als een onnoosel lammeken verblint voor het sweert knielde, verwachtende alle ooghenblicken den slach inde teghenwoordicheydt van den Keyser en het heel hof, alwaer Alphonsus d'onrecht